Pers

Interviews en artikelen

Reinout Verbeke wint songtekstwedstrijd Amatorski’ (Boekenbeurs, 09.11.2012)

And they will become heroes, portret in Focus Knack (31.10.2012)

‘Zo klinkt een gedicht anno 2011. Interview met Reinout Verbeke en Francis Vanbrussel op CuttingEdge.be

Op VRT-nieuws, Klara, StuBru, Radio 2, Focus/WTV en ATV

‘De kracht in poëzie wordt te weinig benut’, Krant van West-Vlaanderen, 05.05.2011

Recensies

Over de poëzie:

“Verbeke toont zich een meester in het ontregelde beeld (…) Verbeke is wars van beschrijvingen, maar tegelijk een begenadigd ‘beschrijver’, die in weinig woorden een sterk beeld creëert. Op een haast wetenschappelijke wijze gebruikt hij idioom als “petrischaal” en “kerfdier”, maar hij waakt voor het gebruik van abstracte woorden. Door zich hoe dan ook concreet uit te drukken, ontstaat een grote beeldende kracht in al zijn gedichten. (…) Ik vind ‘De achterkant van flatgebouwen’ een geslaagd debuut en een sprankelende kennismaking met een dichter naar wie ik nieuwsgierig zal blijven.” (Peter WJ Brouwer, Ambrozijn, mei 2012)

“Wat men minder vaak ziet in debuten zijn afdelingen van de kwaliteit van ‘Kerfdierliefde’. Dat beeldende neologisme laat in al zijn klankspel horen wat het betekent: een dierlijke liefde die met pijn samenhangt. De reeks bevat vijf gedichten waarin een ik en een jij zich aan elkaar overgeven en tegelijk de vorm aannemen van insecten (‘We zijn insectoïd’). Niet alleen de spanningsverhouding tussen de twee protagonisten intrigeert, ook de manier waarop Verbeke verschillende woordvelden bespeelt en in elkaar laat overlopen: dat van de erotiek, dat van water en dat van dierlijkheid en insecten.”
(Bart Van der Straeten, Ons Erfdeel, februari 2012)

“De poëzie van Verbeke neemt als het ware de geluiden, en daarmee de verhalen, van alles in de omgeving op en maakt er nieuwe muziek van
. (…) Verbeke is al enkele jaren aanwezig in de Vlaamse poëziewereld en bestendigt met deze bundel de tot voorheen nog grotendeels virtuele titel van aanstormend talent.” (Anna de Bruyckere, CuttingEdge.be)

“Verbeke nodigt ons uit om nooit genoegen te nemen met welke beschrijving dan ook. Hij nodigt ons uit te zoeken naar de nooit voltooide vorm van onszelf, de mensen en dingen om ons heen, de angst en het gevaar ten spijt.
” (Annelie Karelse, 8weekly.nl)

“Verbeke weet het kleine soms mooi te vangen, zoals in ‘De’, een vers gewijd aan het samenspel tussen vogel en boom, tussen taal en gedicht. Ook ‘Mazen’, dat gaat over een nachtvisser die de maan vangt en ‘Melopee’ van Paul van Ostaijen en Luceberts ‘Visser van Ma Yuan’ in herinnering roept, is fraai.”
(Vivian de Gier, Passionate Magazine)

“Het gedicht is voor Verbeke de kruising tussen de dingen, mensen
en hun verdwijnen en opgaan in de taal: ‘Taal is ons mooiste verraad / want het woord verkruimelt op vríjdag / tot twee adjectieven in nat gras / en jij / opgespannen als ik / wij gaan in hun lege plekken liggen’, heet het in ‘Net voor de grasmachine’. Het is in die kruising dat het gedicht de achterkant van al het zichtbare en meetbare openbaart. Het is de plek waar vloeibaar wordt wat vast lijkt te liggen, zoals in de afdeling ‘Manieren van water’. ln die afdeling is ook het titelgedicht van de bundel opgenomen: ‘Aan de achterkant van flatgebouwen / heerst wederzijdsheid van kijken, loeren we elkaar uit het koraal. We vinden er / onze vinnen als vanouds’.
Het is een mooi verraad, inderdaad. De meeste gedichten laten in
hun schriftuur duidelijk zien hoe wat ze beschrijven pas in dat schrijven zelf ontstaat, of het daarbij nu om lichamelijke lust gaat of om de meer aan in memoriams herinnerende, prachtige vadergedichten in de afdeling ‘Vadermin’. Sommige gedichten combineren archeologie
met evolutie en verraden zo iets van Verbekes achtergrond (hij is redacteur van het wetenschapsblad Eos). Maar overal gaat het om dynamiek, beweging, verandering van het een in het ander.” (Marc Reugebrink in De Leeswolf)

“Verbeke wil vat krijgen op de dingen, op de poëzie, eigenlijk op alles. Hiervoor kijkt hij, de titel van de bundel doet het al uitkomen, ook naar de ‘achterkant
‘.” (Chrétien Breukers op De Contrabas)

“In het gedicht Scrabble stelt de auteur: ‘snoer de vierkante taal waaruit je ontstond dicht en zoek je nooit voltooide vorm’ en daarmee vat hij toch wel heel to the point samen waar hij mee bezig is. Voor hem is taal nooit voltooid, integendeel hij versterkt ze nog met muziek en bakent er een heel eigen universum mee af. Het zwerven in een wereld, in een geest wordt anders door taal gekoppeld aan muziek. Ik las ergens dat één van zijn grote beïnvloeders Leonard Cohen is en daar kan ik best inkomen want ook deze man maakt puntgave songs waarvan tekst en muziek even belangrijk zijn.” (André Oyen op zijn blog)

“Niemand is origineel, maar iedereen heeft een handtekening. Die van Reinout Verbeke boezemt ontzag in, is wars van enig gekrul al draagt hij toch een sierlijkheid.” (Guido Lauwaert in Mijn tweede stem)

“Reinout Verbeke schreef een dichtbundel met een titel die qua onrustgevoelens perfect kan wedijveren met de vorige drie (Maarten Inghels, Stijn Vranken en Y.M. Dangre): De achterkant van flatgebouwen gaat op zoek naar de dierlijke kant van de mens. Bij de bundel hoort ook een cd van de groep Nevenwerking. Na het beluisteren van deze vier jonge dichters kreeg ik voor het eerst het gevoel dat er een nieuwe generatie is opgestaan. Een apocalyptische generatie, een ernstige generatie, een generatie die een duidelijke stem laat horen.” (Jan Pollet op zijn blog)

“Zijn taal is erg rijk en beeldend. Wanneer hij te veel ineens in de verzen wil steken – een schoonheidsfout die elke debutant maakt – blijft de spontaneïteit heel af en toe achterwege, maar dat is slechts detailkritiek. De man heeft echt talent, niet alleen als dichter maar ook als frontman van de rockband Reinout met Nevenwerking.” (Stefan Eraly, De Artsenkrant)

 

Over het album:

‘De cd klinkt kraakhelder, de productie is professioneel en moet niet onderdoen voor het gros van de hedendaagse popmuziek. Het wat jachtige repetitieve karakter van enkele liedjes verraadt een lichte voorliefde voor de new wave van eind jaren zeventig, begin jaren tachtig, maar over het algemeen hoor je op deze plaat smaakvolle, stilistisch niet al te zeer uit de band springende poprock.’ … ‘Zowel het titelnummer als ‘De val van ikaros zouden niet uit de toon vallen op Radio 1’. (Pieter Coupé, Ons Erfdeel, februari 2012)

‘Poëzie leent zich bij uitstek voor een uitstapje naar de muziek. Je debuutbundel uitbrengen met een cd is dus geen gekke stap, moet Reinout Verbeke gedacht hebben. Zijn band Nevenwerking verzorgt passende muziek bij zijn knap geconstrueerde bundel De achterkant van flatgebouwen.
‘ (Annelie Karelse, 8weekly.nl)

‘Francis Vanbrussel en zijn collega-muzikanten creëerden een geheel eigen sound, die vervolgens door producer Bas Remans (bassist bij Millionaire en Zornik) tot een gebald geheel werd gevormd. De backing vocals zorgen voor de meer melodieuze inkleuring van de teksten, waar we zanger/dichter Reinout eerder horen ‘voordragen’, weliswaar met een verfrissende stem die de poëzie eindelijk eens bij haar grijze haren uit het verdomhoekje van de vaak zo saaie literaire kransjes durft te sleuren.
‘ … ‘Eigenlijk heeft Nevenwerking een geheel nieuw genre gecreëerd. Wij bevelen deze plaat dan ook zeker aan bij iedereen die openstaat voor diepgang en vernieuwing.’ (Dimitri Verbelen, CuttingEdge.be, september 2011)

‘De muzikale uitvoering van Verbekes gedichten, die met prettige stem zijn werk leest, is ook de moeite waard; door de gitaren en drum krijgen sommige gedichten een pittigheid die de papieren versie ontbeert.’
(Vivian de Gier, Passionate Magazine, augustus 2011)

‘Dit concept is eerder beproefd, met wisselend resultaat, maar in het geval van Verbeke en Nevenwerking werkt samenwerking bijzonder goed. De gedichten staan op zichzelf en zijn het werk van een talentvolle dichter, met een voorkeur voor (lichamelijke) liefde en dood, waarbij hij gebruik maakt van metaforen die verwijzen naar de dierenwereld. De muziek is meer dan een soundtrack. Door de muziek weeft de dichter (vaak parlando) zijn gedichten. Al met al is het niet verwonderlijk dat Verbeke met Nevenwerking reeds optrad op Crossing Border en vergelijkbare festivals. Een moedige en geslaagde poging om poëzie en rock-’n-roll samen te laten gaan, zonder dat het flauw en bedacht overkomt op de lezer en luisteraar.’
(Jan van Bergen en Henegouwen, Biblion.nl, juni 2011)

‘De cd palmde ons vanaf de eerste beluistering in. Vooral de onverwachte gitaaruithalen trokken onmiddellijk onze aandacht. En of het er nu snel rockend of intimistisch aan toe gaat, ook hier vinden we diezelfde originaliteit terug.’ (De Artsenkrant, 29.04.2011)

Over optredens

Crossing Border, november 2009:
‘Sléchts een act van de vrijdagavond kon aanspraak maken op een enigszins grensoverschrijdend karakter. Reinout met Nevenwerking, op de eigen Myspace aangeprezen als ‘crossmediale poëzierock’ bestaat uit een sterke band gefront door ene Reinout, die mooie poetische teksten over de muziek praatzingt. Het resultaat klinkt verrassend natuurlijk. Zowel de muziek als de teksten zijn sterk, waardoor nergens de illusie van een gedwongen huwelijk wordt gewekt.’ (Tim Fierant, freelance journalist, op zijn blog timfierant.nl, 22.11.09)

‘Even verloor ik mijn cool toen ik dringend naar het toilet moest, waar ik een blonde meid aantrof die zich aan het opmaken was. Mijn handen wassend knoopte ik casual een conversatie met haar aan. Als een van de backing vocals van Reinout met Nevenwerking hadden ze als enige band geen eigen kleedkamer toegewezen gekregen. Poor thing. Eigenlijk werkt ze als journaliste voor het Belgische VTM-nieuws en voor Telefacts, een kwalitatief reportageprogramma. Samen met o.a. Reinout Verbeke, een begenadigd en talentvolle dichter probeert ze de kloof tussen pop en poëzie te dichten, een combinatie die ongetwijfeld vonken veroorzaakt op een podium.’ (Naima Albdiouni, op de site van Crossing Border)


De Nachten, november 2008:

‘Hoop voor de toekomst is er gelukkig ook, want de echte crossovergedachte – waar het bij De Nachten toch ooit allemaal om begon – kwam dit jaar vooral van de jonkies. Op ‘Het andere podium’ bracht dichter Reinout Verbeke met zijn band Nevenwerking een geslaagde combinatie van rock ‘n’ roll en poëzie. “Als Samson een rocknummer kan maken,” had Verbeke geredeneerd, “dan kunnen dichters het ook.” (…) Hen zien we volgend jaar waarschijnlijk wel weer terug.’ (De Morgen, 10.11.08)


Literaire Living, mei 2007:

‘De jonge dichter stuwde een geïnspireerde set tot een sterke finale met De val van ikaros, een gedicht dat op de elektropop van z’n groepje was gezet, een samengaan van poëzie en muziek waarin de echo van de new wave weerklonk.’ (Rino Feys op de poëziewebsite Parlandoooooh!)

 

Geef een reactie op Anoniem Annuleer antwoord